Wat is het verschil tussen een pacemaker en een defibrillator?

Er zijn meerdere verschillen tussen een pacemaker en een defibrillator. Het eerste verschil is dat een defibrillator extern is en een pacemaker intern: deze is in het lichaam van de drager aangebracht. Een pacemaker wordt aangebracht bij mensen met hartproblemen, hartfalen of die eerder een hartstilstand hebben gehad. Een defibrillator is een extern apparaat dat je gebruikt op het moment dat iemand een hartstilstand heeft.

Daarmee komen we direct bij een tweede verschil tussen een pacemaker en een defibrillator. Een pacemaker monitort continu de hartslag van de drager. Op het moment dat de pacemaker constateert dat het hartritme levensgevaarlijk verstoord wordt zal deze automatisch een schok toedienen. Hier zie je het belangrijkste verschil: een pacemaker grijpt al in bij een ernstige verstoring. Dit apparaat regelt de hartslag (om een hartstilstand te voorkomen), terwijl een defibrillator de hartslag herstelt.

Een defibrillator moet altijd door iemand bij een slachtoffer worden aangebracht (middels elektroden op de borst) en bediend.